Zweden 2022

De reis naar Zweden is ons in 2021 goed bevallen, het is een prachtig land met mooie natuur en Lani is er ook welkom zonder al te veel gedoe (alleen aanmelden bij de douane dat vooraf online kan en de vaccinaties op orde hebben is genoeg). Omdat we toch wel graag weer iets meer naar het noorden wilden gaan hadden we het plan om de poolcirkel als doel te hebben. We hebben de poolcirkel in Finland en Noorwegen al bezocht, dus Zweden mag daar ook bij komen. Alleen is Zweden erg lang en dat betekent dat we veel kilometers zouden moeten maken. We hebben daarom afgesproken dat we 1 rijdag hebben en dan 3 of 4 nachten op 1 lokatie blijven om zo voor onszelf en voor Lani wat rust in te bouwen. Dit kwam neer op zo’n 8 overnachtingsplekken in Zweden (we hebben ook een keer een paar rijdagen achter elkaar gepland). Op de heenweg stoppen we weer op dezelfde plekken als vorig jaar (in Duitsland en Denemarken), op de terugweg maken we er een 1-stopper van omdat we dan al in zuid-Zweden zitten. Dan overnachten we alleen in Duitsland (net boven Hamburg). De route ziet er als volgt uit.

Overnachtingen
Route met de tracker

Zondag 17 en maandag 18 juli: de heenreis
Vorig jaar is het goed bevallen om op de heenreis vlak voor Hamburg te overnachten op de Lüneburger Heide. Het hotel waar we vorig jaar zaten had dit jaar geen plek, maar het hotel ertegen over (Landhaus Haverbeckhof) wel. Ook hier kon je weer zo de heide oplopen, een prachtig natuurgebied (waarschijnlijk helemaal als de heide in bloei staat).


De volgende dag konden we zonder al te veel problemen door Hamburg op weg naar Denemarken. Bij de Deense grens even een kort oponthoud, maar we mochten doorrijden. In Denemarken overnachten we weer in Viby, bij het vakantievriendje van Lani. Die was dan ook heel blij dat ze weer even mocht spelen met Tristan. Er was ook een kleine nieuwe puppy (ook een Aussie) genaamd Luna. Heel leuk om er weer te mogen overnachten.

Dinsdag 19 juli: Hej igen sverige!
Onze eerste stop in Zweden was net onder de grote meren. Dus het was (helaas voor Lani) tijd om afscheid te nemen van Tristan en op weg te gaan naar Zweden. Onderweg zijn we gestopt bij het nationaal park Store Mosse. Een groot park met veel wandelmogelijkheden. Omdat we op doorreis waren en omdat het best wel warm was kozen we voor een relatief korte wandeling, de Svartgölsleden, die grotendeels door het bos ging (lekker schaduw!) en daarna nog een stuk via een boardwalk (houten planken) over open gebied richting een meertje.

Daarna reden we door naar onze eindbestemming Åsens By. Dit is een soort openlucht museum over het boerenleven in Zweden rond 1900. Maar je kunt er ook overnachten en dat hebben wij dus gedaan. Voor 2 nachten in het Brygghuset, het voormalige washok. Het was een hele leuke ervaring want er was voor de rest bijna niemand anders (in 2 andere huizen kon je ook overnachten). We konden dus fijn door het gebied lopen en in de gebouwtjes kijken (dat mocht ook gewoon). Lani kon fijn voor het huisje alles in de gaten houden.

Woensdag 20 juli: uitpuffen
In Nederland is het een paar dagen geleden bijna 40 graden Celcius geweest. Die warmtegolf is nu richting Zweden gekomen. Weliswaar iets minder warm, maar nog steeds ruim 32 graden. Dat betekent dat we het vandaag dus rustig aan doen. In de ochtend lopen we de wandeling van zo’n 4 km die om het openluchtmuseum gaat. Wij dachten dat dit richting een meertje ging waar Lani even in kon afkoelen. Maar helaas was dat meertje (of ja zeg maar meer) niet echt toegankelijk omdat er zoveel riet omheen stond. Gelukkig vonden we even verderop wel nog een meer waar Lani wel nog even in kon. Voor de rest was het lekker genieten in de schaduw van het huisje en van een heerlijke lunch bij het kleine restaurantje op het terrein (dat alleen in de middag open was).

Donderdag 21 juli: Reisdagje
We reizen vandaag door naar onze volgende bestemming, die in Midden-Zweden ligt. Onderweg vinden we via Naturkartan een korte wandeling naar een meertje in het natuurreservaat Råå uddar.

De komende 3 nachten verblijven we in stuga Björn van Mieps Huset. Vanuit het huisje kunnen we wandelen (het ligt aan een zandweg, dus weinig verkeer) richting een meer of juist nog een stukje de berg op naar een uitkijktoren (een oude brandtoren).

Vrijdag 22 juli: the rain has come
Nadat het een paar dagen geleden zo warm was, is nu de regen aan de beurt. En als het regent, dan regent het goed en gelijk de hele dag. Het is dus een dagje in het huisje verblijven en af en toe Lani even uitlaten als het iets minder hard regent.

Zaterdag 23 juli: een wandeling in het park
Vandaag is het gelukkig beter weer en kunnen we erop uit trekken. We hebben besloten om naar het (relatief) dichtbij gelegen natuurreservaat Gyllbergen te gaan. Hier zijn verschillende wandelmogelijkheden maar we hebben gekozen (met hulp van de wandelapp Komoot) voor een wandeling (hoe kan het ook anders) naar het meer in het midden van het park. Omdat het gisteren zo flink geregend had was de wandeling op wat stukken flink drassig. Gelukkig lagen er ook vaak planken om overheen te lopen. In het begin kwamen we nog wat andere mensen tegen maar als we in totaal 15 mensen zijn tegenkomen op de wandeling is dat veel. Bij het meer hebben we even wat gegeten en daarna zijn we weer teruggelopen. De route terug was over de (zand)weg, dus je hoefde minder op te letten op boomwortels/stenen en dergelijke die we op de heenweg wel veelvuldig aanwezig waren. Alleen het laatste stukje naar de parkeerplaats was even door drassig gebied.

Zondag 24 juli: Naar de Höga Kusten
Vandaag staat weer een lange rit op het programma. We overnachten de komende 3 nachten bij Glamping Hoga Kusten. Omdat we daar graag tussen 15 en 17u willen aankomen (om 18u hebben we gezamenlijk eten) vertrekken we op tijd en maken ook geen langere wandelingen onderweg. Het verkeer zit allemaal mee (de weg hier is nog steeds redelijk druk, maar het is al minder dan in het zuiden) dus we zijn er rond 16u. We worden welkom geheten door Sterre, de dochter van de eigenaren. Zij wijst ons onze tent voor de komende nachten. Een mooie, luxe tent die ons een beetje doet denken aan de tenten waar we in Australië in hebben overnacht. Ze hebben 3 tenten op hun terrein en wij overnachten in de “Forest”. Lekker rustig gelegen in het bos, en onder de tent door stroomt een beekje. Er is nog een Nederlands en een Belgisch gezin. Volgens eigenaresse Nicole best bijzonder om gewoon Nederlands te kunnen spreken omdat ze vooral Zweedse gasten hebben. Om 18u is dus gezamenlijk eten, dat door Nicole is klaargemaakt op de grill, daarna lopen we nog een klein rondje in het bos voordat we gaan slapen.

Maandag 25 juli: Nu dan echt naar de kust
Het ontbijt kunnen we zelf klaarmaken op de grill. We vragen eigenaar Marco om wat tips over wat we vandaag kunnen gaan doen. Hij geeft aan dat het nationaal park Skuleskogen een prima optie is. Hier zijn veel wandelmogelijkheden. De meeste mensen wandelen naar de Slåttdalsskrevan, een kloof, om vervolgens via de Slattdalsberget terug te lopen. Wij besloten om dat niet te doen. We hadden het vermoeden dat die wandeling best druk was qua mensen en dat is nooit zo prettig lopen met Lani, die zich sowieso al niet helemaal lekker voelde (we vermoeden dat ze een lichte verkoudheid heeft door het temperatuurverschil). Wij rijden daarom naar de noord ingang en doen daar een wandeling langs de kust naar een soort schiereilandje. Hier komen we maar heel weinig mensen tegen (wat we ook hadden gehoopt). Het wandelpad is verder weer typisch Zweeds: boomwortels en stenen, maar prima te doen.

Na de eerste wandeling rijden we nog naar de west ingang om daar een klein stukje over een rolstoelvriendelijk pad te lopen richting een uitkijkpunt.

In de avond worden we getrakteerd: Zweedse pannenkoeken (die we vorig jaar zelf gemaakt hebben bij Kolarbyn) en kanelbullar. Hoe Zweeds wil je het hebben :).

Dinsdag 26 juli: Inlandet
Vandaag zou het slechter weer zijn, dus met tips van Marco maken we er een “Chinese” dag van. Een aantal stops voor foto’s, maar niet al te lange tripjes. We gaan dit keer inlandet (dus weg van de kust) en onze eerste bestemming is Näsåker, waar rotstekeningen uit het stenen tijdperk te zien zijn. We rijden er naartoe via de toeristische route (tip van Marco).


We stoppen bij de Nämforsen waterkrachtcentrale, die van half juni tot half augustus “open” staat waardoor de stroomversnellingen ook daadwerkelijk te zien zijn. Bij de stroomversnellingen zijn ook de rotstekeningen te vinden. Er zijn er zo’n 2600, ze zijn rood ingekleurd voor betere zichtbaarheid.

De volgende tekst over de rotstekeningen komt van de website hogakusteninland:
De omgeving rond de stroomversnellingen is een belangrijke ontmoetingsplaats geweest tot wel meer dan 6000 jaar geleden. Dat blijkt uit het grote aantal gebeeldhouwde figuren en vondsten. Tijdens het stenen tijdperk reisde je niet naar Londen of Berlijn, maar naar Nämforsen. Misschien omdat er veel zalmen in de stroomversnellingen waren en er veel wilde elanden waren om op te jagen, misschien omdat hier twee rivieren bij elkaar komen, misschien vanwege de prachtige schoonheid van de riviervallei. Misschien om elkaar te ontmoeten. Mensen kwamen hier om kennis met elkaar te maken en ervaringen uit te wisselen, om elkaar tips en advies te geven over waar vis en wild was en om waarschijnlijk verschillende rites en rituelen uit te voeren. De eland moet in ieder geval een heel belangrijk dier zijn geweest, het is namelijk de meest voorkomende afbeelding, maar je kunt ook de zalm, vogels, menselijke figuren, schepen en andere symbolen vinden.

We hebben de auto geparkeerd bij een oud treinstation en wanneer Antoine een foto wilt maken van de oude locomotief raakt hij aan de praat met de eigenaar van het station die het gras aan het maaien is. Het station is de vakantiewoning van zijn vrouw en hem. Hij wil het wel even opendoen voor ons zodat we binnen kunnen, maar helaas hebben we daar geen tijd voor (we moesten nog wat zoeken voor de lunch). We maken wel nog een korte stop op de camping van Näsåker, waar midden tussen de campers een paar beelden staan die “Väktarna (de wachters)” heten. Ze zien er best wel eng uit (zouden zo weggelopen kunnen zijn uit de Harry Potter of Lord of the Rings films).

We rijden door naar een meertje waar we onze lunch opeten.

Vervolgens gaan we door naar Edsele. Hier is een oude kwartsmijn die gevuld is met water dat een mooie turquoise kleur heeft (weer een tip van Marco). Helaas ligt de mijn grotendeels in de schaduw als wij er zijn maar we zien toch wel een glimps van de mooie blauwe kleur.

Wij hebben uiteindelijk eigenlijk de hele dag best goed weer gehad. Als we terug komen bij glamping blijkt het daar wel geregend te hebben. Het is dus een goede keus geweest om het binnenland in te gaan. In de avond is het nog even genieten van een lekkere hamburger!

Woensdag 27 juli: Lapland, here we come!
Na een laatste lekker ontbijt gemaakt in de grillhut nemen we afscheid van Marco en Nicole en gaan we noordwaarts. De navigatie geeft een vrije lange tijd aan en we vragen ons af waarom want het rijdt op zich best lekker door. We zijn inmiddels in Lapland beland en dat merken we op een gegeven moment ook, want we zien in de buurt van Arvidsjaur de eerste rendieren langs de kant van de weg. Het blijft toch wel bijzonder!

Na Arvidsjaur moeten we nog zo’n 40 km maar dat is over een onverharde weg (vandaar dat de navigatie zo’n lange tijd aangaf). Op zich is het prima te doen (af en toe wat kuilen) maar onze auto is vrij laag dus Antoine doet het toch maar rustig aan. We overnachten de komende 4 nachten in Myrkulla, dit wordt gerund door de van oorsprong Duitse Michael. Er zijn 4 “luxe” hutten (met stromend water en elektriciteit) en er zijn ook nog 3 hutten langs de verschillende meren die geen stromend water of elektriciteit hebben. Wij verblijven in 1 van de luxe hutten. Het is voor de rest vrij rustig, er is nog 1 ander Duits gezin die ook een hond hebben, shiba inu Paki. Wanneer we Lani en Paki laten kennismaken komt er opeens een rendier het grasveld op gerend. Heel indrukwekkend. Hij kijkt ons aan en rent dan weer weg. De andere gasten geven aan dat hij dat ook had gedaan toen zij er pas waren. Blijkbaar is het de baas van de kudde rendieren van dat gebied en wilde hij even laten weten aan ons dat hij de baas is.

In de avond maakt Michael eten voor ons klaar in de grillhut (die op een gegeven moment bijna een sauna was). Erg lekker. Het is een prachtige lokatie, een soort van in de middle of nowhere, maar ook weer niet.

Donderdag 28 juli: genieten van de natuur
Het is prachtig weer en na een lekker ontbijt gaan we de omgeving verkennen. Michael had ons gezegd dat er niet echt wandelpaden zijn, maar zijn wel wildpaadjes die we kunnen volgen. Daarvoor lopen we eerst langs de saunahut (aan het meer) tot we bij een andere weg uitkomen. Daar gaan we in en plots horen we iets ritselen. Een heel stuk verderop loopt een rendier met jong. Lani heeft het gelukkig niet gelijk in de gaten en houdt zich dus stil. We kunnen de rendieren een tijdje observeren tot ze doorlopen. Het blijft toch prachtig.

We vervolgen onze weg over het wildpaadje dat langs een (ander) meer loopt. Soms is het pad wat lastig te zien maar we komen er wel uit. Het loopt dwars door bosbesstruikjes en er zijn veel keutels te zien op het pad, maar we zien voor de rest geen dieren. Lani gaat af en toe even het water in (het is ook best wel warm), op het strandje zijn ook sporen van rendieren te zien. Duidelijk dat ze hier gelegen en gelopen hebben.

Op een gegeven moment moeten we een heuvel op en hebben we uitzicht op een meertje dat een mooie turquoise kleur heeft. Lani lijkt iets geroken te hebben, maar wij zien het niet gelijk totdat er ineens een rendier vanaf het meertje het bos in loopt. Het is het mannetje dat ons gisteren “gedag” kwam zeggen. Hij kijkt ons even aan en loopt dan weer rustig verder. Wij lopen ook door en via een ander meer (er zijn er hier heel veel) weer terug naar ons hut.

In de middag wordt het iets donkerder en lijkt het te gaan regenen. Antoine gaat nog naar de sauna (daar mag je gratis gebruik van maken, je moet alleen zelf het vuur stoken) en dan plenst het opeens behoorlijk hard. Het is gelukkig maar een bui en na een tijdje klaar het weer op en is de lucht weer blauw.

Na het avondeten maken we nog een klein rondje en hoewel de zon hier nog niet echt ondergaat (we zitten bijna bij de poolcirkel dus hier is ook middernachtszon) wordt het meer met mooie avondkleuren verlicht.

Vrijdag 29 juli: de poolcirkel
Na een dag rustig aan gedaan te hebben is het vandaag tijd om toch weer een stukje te rijden. Want hoewel we al best noordelijk zitten, is het nog steeds zo’n 2 uur rijden voordat we bij Jokkmokk zijn. Daar stoppen we eerst bij het bord van de poolcirkel. Na 4 jaar (de laatste keer was met de reis met Antigua) zijn we eindelijk weer in het echte noorden. Het is maar een lijn op de kaart natuurlijk, maar toch.

We rijden daarna door naar Jokkmokk zelf. Daar splitsen we ons op. Antoine gaat met Lani wandelen in het lokale park en ik ga het Sami museum bezoeken (Lani mag daar niet naar binnen, vandaar). Op onze noordkaap reis hebben we het Sami museumin Inari (Finland) bezocht. En hoewel ik dat niet helemaal precies meer weet lijkt dit museum er wel op volgens mij. Je kunt er zelf rondlopen en ze hebben een boekje waarin de informatie ook in het Nederlands staat. Er zijn verschillende zalen met thema’s zoals life of the settlers (het leven van een gezin rond 1900, met prachtige houtsnijkunst), getting by (over het nomadisch bestaan) en klederdracht. De naam van het museum is ájtte, dit betekent opslaghut (het museum wordt dus gezien als een opslagplaats/archief voor het cultureel erfgoed van de Sami). Het is allemaal indrukwekkend om te zien en ook vooral de expositie die Laponia heet, over hoe belangrijk de natuur is voor iedereen, niet alleen voor de Sami.

Daarna rijden we weer een stukje naar beneden, richting Vidsel. Hier is storforsen, het is een stroomversnelling in de rivier Piteälv. Op de parkeerplaats hoor je in de verte al een bulderend geluid. Via wat bruggetjes waar al wat kleine watervalletjes te zien zijn lopen we dichterbij en wordt het geluid steeds harder. En dan zien we de stroomversnelling. Niet normaal hoeveel water daar voorbij komt, het lijkt wel een waterval! Het is dan ook 1 van de grootste stroomversnellingen van Europa. Er staan wat cijfers op een bordje: de rivier verliest het water over een afstand van 5 kilometer, 82 meter hoogte. De laatste 600 meter stort het water 50 meter naar beneden. Gemiddeld stroomt er 250 m³ water per seconde, maar wanneer de sneeuw gaat smelten kan dit oplopen tot 850 m³ per seconde door het smeltwater. Je loopt praktisch naast de stroomversnelling (er staat wel een hekje), wat het nog indrukwekkender maakt. Het weer is super en omdat de zon schijnt hebben we ook een prachtige regenboog. Via bruggetjes en stenen lopen we terug naar de parkeerplaats. Het is vrijdagavond en de Zweden gebruiken het park om te recreëren. Een aantal zijn aan het BBQen en er is ook een soort podium.

Zaterdag 30 juli: rustig aan
Onze laatste volle dag op deze mooie plek. We snappen wel dat Michael hier is gaan wonen, wat een rust heb je hier! Michael geeft aan dat het winterseizoen drukker is, hij heeft dan allemaal activiteiten zoals icedriving met de BMW’s die op de parkeerplaats staan. Ook is het noorderlicht regelmatig te zien, dus wie weet komen we nog wel eens terug in de winter. Maar eerst nog genieten van onze laatste dag. We besluiten een stukje over de weg te gaan lopen in de richting die we nog niet zijn op geweest. Het is zaterdag, dus het is iets drukker. We zien namelijk 2 auto’s gedurende onze hele wandeling ;-). Naast de auto’s zien we ook weer wat rendieren en een eekhoorntje.

De omgeving blijft prachtig maar het wordt op een gegeven moment best warm, dus draaien we ons om. Bij een van de meertjes ligt een bootje dat we mogen gebruiken, alleen zit dat vol water omdat het geregend heeft. Antoine heeft dit eerst leeggemaakt en is toen nog een klein stukje gaan roeien. Ik ben met Lani nog even terug naar het blauwe meertje gelopen terwijl Antoine nog gebruik heeft gemaakt van de sauna.

Zondag 31 juli: de wildernisroute
Tijdens het plannen van de route had ik eerst het idee om vanuit Myrkulla weer terug te gaan naar het zuiden met een tussenstop van 2 nachten ergens, maar toen kwam ik de Vildmarksvägen (wildernisroute) tegen en hebben we besloten om deze omweg te nemen. Dit betekende wel 3 rijdagen achter elkaar (wat eigenlijk niet ons plan was) maar toch wilde we deze route niet missen. Dus na afscheid genomen te hebben van Michael gingen we vroeg op weg. We begonnen de route in Vilhelmina, het eerste stuk is nog niet super spectaculair dus we reden door tot de eerste stop: Trappstegsforsen. Eigenlijk wat de naam al zegt een trap van watervalletjes.

Daarna rijden we door naar de Samische kerkstad Fatmomakke. Dit is rond 1700 opgericht en ligt op een duizend jaren oud kruispunt van Sami routes. Het werd vroeger bewoond door de Sami. Sinds de 18de eeuw is het een kerkdorpje. De Sami zijn bekeerd tot het christendom en hebben dus ook kerken met houten tenten en hutten eromheen waar ze kunnen verblijven bij speciale gelegenheden wanneer ze de kerk willen bezoeken (bv feestdagen als midzomer of huwelijken). Het is nu nog steeds in gebruik en je kunt er diverse hutten en de kerk zien.

De weg gaat langzaam omhoog en we komen op het plateau Stekenjokk (879 meter boven zeeniveau). Dat ziet er heel anders uit dan het Zweden dat we tot nu toe gezien hebben. Geen bomen te zien en uitgestrekte leegte met in de verte een paar besneeuwde bergen (grotendeels in Noorwegen). Er ligt ook nog een klein beetje sneeuw wat dichterbij. Antoine loopt er met Lani heen en die is door het dolle heen. Wat is die hond toch gek op sneeuw.

Onze laatste stop van de dag is bij Gaustafallet. Een prachtige waterval die vlak langs de weg ligt.

Daarna rijden we door naar onze overnachtingsplek in Stora Blåsjön.

Maandag 1 augustus: regenachtig dagje
Hoe mooi het weer gisteren was, zo grijs en grauw is het vandaag. We zijn blij dat we veel stop van de wildernisroute gisteren al gedaan hebben. Er staan eigenlijk nog maar eentje op het programma die we graag willen doen en dat is een bezoek aan de waterval Hällingsåfallet, die aan een mooie kloof ligt (Europa’s langste met water gevulde bergkloof). Gelukkig is het net een beetje droog wanneer we bij de waterval aankomen, maar van de regenboog die er normaal te zien is, is vandaag geen sprake. Evengoed is het een indrukwekkende waterval en we zijn blij dat we deze toch gezien hebben.

We rijden door naar ons appartement voor vannacht bij Wildlife Sweden camp Ängra. In de avond is het gelukkig weer wat droger, waardoor we wel nog een kort stukje met Lani kunnen lopen.

Dinsdag 2 augustus: terug naar een bekende plek
We komen weer langzaam in het drukkere gedeelte van Zweden en vandaag maken we een zeer toeristische stop. In het dorpje Nusnäs bezoeken we de twee Dalapaardjesfabrieken. Deze paardjes zijn een bekend symbool van met name de provincie Dalarna maar ook wel van Zweden. Antoine en ik maken afwisselend een rondje door de kleine fabriek (Lani mag niet naar binnen) van Nils Olsson Hemslöjd. Je kunt in de fabriek alle stappen van ruw hout tot afgewerkt paardje bekijken. Op het moment dat wij er zijn zijn alleen de schilders aan het werk, zij doen de laatste afwerkingen waardoor elk paardje uniek is. Natuurlijk is er ook een souvenirwinkel, maar de paardjes zijn wel behoorlijk aan de prijs.

Daarna rijden we door naar een plek waar we vorig jaar ook overnacht hebben: nordic glamping. Het komt ons allemaal weer heel bekend voor als we Filipstad inrijden. Even boodschappen doen en dan naar het huisje toe. We hebben hetzelfde huisje als vorig jaar en ook Lani lijkt het te herkennen.

Woensdag 3 augustus: poncho wandeling
Net als vorig jaar is het weer niet helemaal perfect, maar Lani zal er toch uit moeten en daarom besluiten we om een korte wandeling te maken in het Brattfors natuurreservaat. De poncho aan en gaan! Gelukkig wordt het gaandeweg wat droger maar toch wil ook Lani een niet al te lang wandeling.

Dan maar een dagje puzzelen in het huisje. In de middag is het gelukkig wel droog en kunnen we nog een ietwat langere wandeling maken in het natuurreservaat. Dit blijft een mooi natuurgebied, toch weer net wat anders dan de bossen die we tot nu toe gezien hebben.

Donderdag 4 augustus: Divers dagje
Het is weer wat zonniger dus in de ochtend is het weer tijd voor een langere wandeling in het natuurreservaat. Dit keer doen we de Paradisheden rundslingan (de korte en de lange variant).

Het lijkt al een beetje herfst hier want er zijn heel veel paddenstoelen te zien.

Na de wandeling gaan we lunchen bij de Big Hill Lodge in Filipstad. De zalm smaakt net als vorig jaar voortreffelijk!

We zijn gelukkig net op tijd klaar met de lunch want er komt weer een buitje over wanneer we weer in het huisje zijn. ’s Avonds gaan we nog naar het oorlogsvliegveld, dat in de tweede wereldoorlog dienst heeft gedaan. In de periode 1939 – 1945 werden in Zweden in totaal 40 oorlogsvliegvelden aangelegd. Een daarvan dus in Brattfors, dat werd gebouwd als veld nr. 16 en voornamelijk was bedoeld voor bommenwerpers. Er zijn nog oude gebouwen te zien, zoals: personeels- en bestelbarakken, keukenbarakken, eetbarakken, schuren, opslaggebouwen, bomopslagplaatsen en mijn- en munitieopslagplaatsen. De gebouwen werden zo gebouwd dat ze ofwel werden gecamoufleerd om boerderijgebouwen na te bootsen (het vliegveld werd gecamoufleerd als akkerland) of aan de lucht werden onttrokken door dakbedekking van bijvoorbeeld mos en twijgen. De munitieopslagplaatsen kregen het karakter van aarden kelders en de schuurwachters imiteerden schuur met wit geschilderd pluimveestaldeel, blinde ramen en deuren. Na de tweede wereldoorlog is het nog gebruikt als militair oefenterrein (informatie van: Brattforsheden oorlogsvliegveld | Provinciale Raad van Bestuur van Värmland (lansstyrelsen.se)

Vrijdag 5 augustus: van midden naar zuid
We gaan alweer op weg naar onze laatste overnachtingsplek in Zweden. Wat gaat de tijd toch snel! Het zuiden van Zweden is heel druk qua toeristen maar we hebben een plek gevonden die heel rustig is: een blokhut midden in het bos op het 85 hectare landgoed van Marie en Håkan, Bokebacken. Deze laatste 3 nachten zijn we primitief: geen stromend water en geen elektriciteit. We komen aan met regen. Håkan brengt onze spullen met de auto naar de hut (die zo’n 5 minuten het bos in lopen is vanaf hun boerderij). In de avond gaat de zon nog schijnen.

Zaterdag 6 augustus: stranddag
Vandaag is het heerlijk weer en we besluiten nog een laatste keer erop uit te gaan. We rijden naar de kust, haar het nationaal park Stenshuvud. We zijn in het zuiden, het is zaterdag en goed weer, dus dat betekent dat het best druk is. Dat is weer even wennen want dat zijn we niet echt meer gewend (in Brattfors kwamen we tijdens de wandelingen ook amper mensen tegen). Wij maken de grote ronde en dat doen niet veel mensen dus na een paar 100 meter zijn we de meeste kwijt die naar het uitkijkpunt of strand gaan. Het is een mooie wandeling en wanneer we op de terugweg zijn is het af en toe net alsof we over een droge rivierbodem lopen zo “rocky” is het. Maar het uitzicht op het witte strand en de blauwe zee maakt het wel goed. Het lijkt af en toe net een tropisch land en niet Zweden waar we zijn.

Zondag 7 augustus: de laatste dag
Onze laatste dag doen we rustig aan. We maken een wandeling vanuit de hut richting een meer. Het is bijna niet voor te stellen hoe rustig het hier is als we het vergelijken met de drukte in het park gisteren. We praten nog wat met Marie en Håkan. Ze hebben de boerderij verkocht en gaan eind augustus verhuizen. We hebben dus nog geluk gehad dat we hier hebben kunnen overnachten want ze weten niet zeker of de nieuwe eigenaren de hutten aanhouden als overnachtingsplek. Marie geeft aan dat de plek heel mooi is, maar dat zij eigenlijk continu aan het werk zijn (het is dan ook een groot gebied) en dat ze nu liever dichterbij hun ouder wordende ouders zijn en bij hun kleinkinderen. Dat is goed te begrijpen natuurlijk.

Maandag 8 en dinsdag 9 augustus: home sweet home
En dan is het tijd om Zweden weer te verlaten. Omdat we al bijna bij de Deense grens zijn hebben we besloten om met 1 overnachting naar huis te rijden. Dat betekent dat we helaas op de terugweg niet weer in Viby kunnen overnachten en dat Lani Tristan dus moet missen. Binnen een uurtje zijn we in Denemarken en een paar uur later zijn we er alweer uit. Het gaat gelukkig soepel (op de andere helft van de weg staat op een gegeven moment wel een zeer lange file). We overnachten in een Ferienhof net boven Hamburg. Lekker rustig gelegen met mooie wandelpaden voor Lani. Ook het laatste stuk gaat gelukkig goed en zo zijn we op dinsdag net na de middag weer thuis. Het was weer een mooie reis en waarschijnlijk niet de laatste keer dat we in Zweden zijn geweest.